Bemiddeling
Als ouders ruzie hebben, mag een kind niet bij die ruzies worden betrokken. Dat is schadelijk voor de ontwikkeling van een kind. Ook is het voor een kind belangrijk dat het zijn biologische ouders kan blijven zien, ook als het niet bij hen woont. Bijvoorbeeld als het kind tijdelijk in een pleeggezin woont of als ouders zijn gescheiden.
Met bemiddeling worden ouders geholpen beter met elkaar te praten. Zodat er minder ruzie is. Tijdens mediation worden afspraken opgesteld waar iedereen zich tijdens de sessie aan moet houden. Als een kind in een pleeggezin woont of als de ouders zijn gescheiden, stelt Jeugdzorg samen met de ouder(s) een omgangsregeling op.
Als ouders niet goed met elkaar kunnen communiceren, dan kan bemiddeling helpen. Een professional probeert de communicatie te verbeteren tussen ouders. Dat is beter voor een kind.
Bemiddeling kan helpen:
- Als er vaak ruzie is.
- Bij communicatieproblemen tussen opvoeders.
- Bij huiselijk geweld tussen de ouders.
- Als ouders niet meer met elkaar willen praten.
- Als een scheiding moeilijk verloopt.
Een kind heeft recht op een goed contact met beide ouders. Het is voor een kind schadelijk als ouders ruzie maken waar het kind bij is. Ouders mogen hun kind niet bij ruzies betrekken, of negatief praten over de andere ouder waar het kind bij is. Ook is het belangrijk dat een kind geen getuige is van geweld.
Bij bemiddeling worden gedragsregels opgesteld die gelden tijdens de bemiddelingssessies. Dat gebeurt in overleg met beide ouders. Bij bemiddeling zijn altijd beide ouders tegelijk aanwezig. Bemiddeling duurt maximaal 5 sessies.
Een kind heeft recht op contact met zijn ouder(s). En ouders hebben het recht om hun kind te zien. Ook als een kind niet thuis woont. Soms wil één van de ouders niet dat de andere ouder het kind ziet. Jeugdzorg is onpartijdig en gaat in gesprek met beide ouders. Samen stellen we een omgangsregeling op die het beste is voor een kind. In die omgangsregeling staat welke rechten en plichten ouders hebben.